Titel
Analyse: Van Europees beleid tot samen energie maken
Beschrijving
Afbeelding
Decentrale energieproductie, productie van energie (elektriciteit én warmte) dicht bij de verbruiker, wordt steeds belangrijker. Oorzaak? Klimaatsverandering, Europese klimaatdoelstellingen en het politieke klimaat. Potentieel? In overvloed! Meer nog, ons platteland kan een sleutelrol spelen.
Europese doelstellingen en geopolitieke gebeurtenissen
De Europese unie streeft ernaar om tegen 2030 32% van het totale energieverbruik in de EU te besparen én de productie van hernieuwbare energie te verhogen tot 32% van de totale energiebehoefte. Dat is nodig, om de klimaatsveranderingen te beperken. Hernieuwbare energie kan op grote schaal, denk aan de windmolenparken op onze Noordzee of zonnepaneelvelden in Frankrijk (centraal). Maar, dat is niet voldoende. Inzetten op lokale energieproductie (decentraal), daar waar de energie verbruikt wordt, blijkt essentieel. Europa introduceerde daarom het concept van energiegemeenschappen in de wetgeving. Dit zijn lokale groepen van lokale besturen, burgers, kmo’s… die samen in hun energiebehoefte gaan voorzien.
Het laatste jaar zijn de uitdagingen alleen maar groter geworden als gevolg van geopolitieke gebeurtenissen zoals de oorlog in Oekraïne. Het maakte onze Europese energieafhankelijkheid pijnlijk duidelijk waardoor energiezekerheid een nieuw thema is geworden. Als gevolg van marktmechanismen resulteert deze afhankelijkheid in torenhoge energieprijzen, wat leidt tot hogere productiekosten voor tal van goederen, een steeds stijgende economische inflatie en energiearmoede van een steeds groter wordende bevolkingsgroep.
Energietekorten voor het platteland
Tot op heden maakten we het nog niet mee. Maar een tekort aan elektriciteit hangt, zeker tijdens koude winterdagen, boven ons hoofd. De meeste Europese landen maakten net zoals Vlaanderen een afschakelplan op. Daarbij valt op dat plattelandsgebieden het kwetsbaarst zijn en als eerste worden afgesloten van het energienet in geval van energietekorten. Stedelijke én grotere economisch belangrijke hotspots blijven bevoorraad. In ons meer verstedelijkt Vlaanderen vallen de tegenstellingen minder op, maar zeker in Nederland is het verschil tussen stedelijk gebied en plattelandsgebied pijnlijk duidelijk: plattelandsgebieden worden als eerste afgesloten én bovendien worden er amper investeringen gedaan in het elektriciteitsnet zelf. ‘Netcongestie’ is er een probleem waardoor zowel de capaciteit om stroom te leveren als af te nemen, beperkt is. Dat maakt plattelandsgemeenschappen, ook hier in Vlaanderen, kwetsbaar in hun energievoorziening.
Een enorm plattelandspotentieel
Het is net in het kwetsbaar plattelandsgebied dat er een groot potentieel ligt aan duurzame energieproductie. Er is (1) de ruimte en de technieken en (2) de sociale structuren om samen aan decentrale energieproductie en -verbruik te doen. Sinds begin dit jaar, januari 2023, is er ook (3) een wetgevend kader: energiegemeenschappen.
- De ruimte en technieken
Anders dan in de steden, is er een groot ruimtepotentieel voor duurzame energieproductie. Er zijn tal van grote dakoppervlakten voor zonnepanelen. Naast kerken, scholen en gemeenschapszalen die er in steden ook zijn, ligt er op het platteland een groot potentieel bij de vele stallen. Als we andere technieken overlopen is er ook grond voor windturbines, maar kan er ook aan ‘monomestvergisting’ gedaan worden met mestoverschotten van landbouwactiviteiten, en is ook biomassa (hagen, erfbeplanting, snoeiafval) een optie. Er is ook ruimte voor opslag- en conversietechnieken zoals buurtbatterijen en zonneboilers. - De sociale structuren
Decentrale energieproductie wordt pas echt interessant als we samenwerken. De plattelandsgemeenschappen zijn hier bij uitstek voor geschikt. Er zijn vaak nog goeie sociale netwerken met sterke ondernemende vrijwilligers door het verenigingsleven, de lokale school… Maar, ook goede ondernemerschapsvaardigheden: kleine zelfstandige ondernemers, land- en tuinbouwers, maar evengoed tal van vzw’s die bijvoorbeeld een gemeenschapszaal beheren. Het zijn plattelandsbewoners met dergelijke vaardigheden die mee aan de basis kunnen liggen van sterke energiesamenwerkingen. - Wetgevend kader: energiegemeenschappen
Sinds 1 januari 2023 is het in Vlaanderen ook echt mogelijk om samen met een groep van burgers, ondernemers…, al dan niet in samenwerking met een lokaal bestuur, energie te gaan opwekken en te verbruiken. Een concept, zeker gezien het omschreven potentieel, op maat van het platteland! Er zijn twee types van energiegemeenschappen waarover je hier alles kan lezen.
Meer dan samen energie maken
Energiegemeenschappen zijn meer dan samen energie maken. Dat blijkt toch uit de ervaringen van Europese pilootprojecten. In de eerste plaats bieden ze inderdaad een oplossing voor de broodnodige transitie naar hernieuwbare energieproductie en het behalen van de Europese klimaatdoelstellingen. Bovendien zorgen ze er ook voor dat de energieafhankelijkheid enorm daalt, net omdat er lokaal zoveel mogelijk aan de eigen energiebehoefte voldaan wordt. Daarnaast komen er ook allerlei secundaire effecten naar voor:
- Een dalend energieverbruik: Burgers die samenwerken rond energie blijken zich veel bewuster te zijn van hun energieverbruik en gaan op jaarbasis tot 30% minder energie nodig hebben. Mooi, want datgene wat je niet verbruikt, moet je niet opwekken!
- Een sterkere lokale economie: Samen energie opwekken, betekent ook meer werkgelegenheid én dus inkomsten in de eigen regio. Nieuwe infrastructuur moet aangelegd en onderhouden worden, maar ook de projecten zelf bieden inkomsten voor diegenen die erin investeren.
- Een sterkere lokale gemeenschap: Mensen die samenwerken rond één thema, vinden elkaar sneller rond andere thema’s. Uit heel wat energiesamenwerkingen blijken snel andere gemeenschapsprojecten te ontstaan! Evident zijn aanverwante initiatieven zoals gedeelde laadinfrastructuur voor elektrische wagens, maar evengoed herwaardering van buurtplekken of andere sociale projecten.
- Een aanpak voor energiearmoede: Energiegemeenschappen werken niet zelden een bijkomend systeem uit voor inwoners die het financieel minder hebben. Dit aspect wordt dan vaak opgenomen door een lokaal bestuur of een specifiek betrokken vzw die hierin ondersteunt. Bovendien is de energieprijs voor deelnemers van een coöperatie sowieso meestal al lager dan de marktprijs.
Energiegemeenschappen, het lijkt alvast een positief verhaal dat heel wat kansen met zich meebrengt voor Vlaanderen. Ongetwijfeld komen er, nu de eerste samenwerkingen kunnen ontstaan, ook knelpunten, drempels en vragen naar boven. Landelijke Gilden zoekt alvast mee naar mogelijkheden om deze op te lossen zodat het beloftevol concept ‘energiegemeenschappen’ kan uitrollen op ons Vlaams platteland. Lees er alles over op onze Korte Kabel pagina.