Water geven

Een moestuin kan niet zonder water in een droge periode. Zeker jonge plantjes hebben regelmatig water nodig. Het spreekt voor zich dat als het blad verlept is, de plant acuut dorst heeft en dat je zonder dralen moet gieten.

Wanneer water geven?

Het ideale moment om de moestuin water te geven is 's avonds. Dat kan echter niet in een schooltuin. Zo vroeg mogelijk in de voormiddag is dan het alternatief. Midden op de dag, als de zon fel schijnt, kan het blad verschroeien. Het water verdampt dan ook zeer snel zodat de planten er minder deugd van hebben.
 
Gewoon voelen. Een simpele methode om te achterhalen of een plant water nodig heeft: stop je vinger in de grond. Is de bovenlaag droog maar voel je dat de grond daaronder toch nog vochtig is, dan hoef je nu geen water te geven.

Hoe geef je water?

Sproei niet zomaar water over de plantjes heen, maar geef gericht water bij de wortels.
Geef echt voldoende water. Tot een diepte van 10 tot 15 cm moet de grond nat zijn.
Bij dorstige planten zoals pompoenen kan je een omgekeerde plastic fles zonder bodem ingraven. Door water te geven in de fles komt het direct bij de wortels terecht.
Geef liever minder vaak maar ruim water dan heel vaak kleine beetjes.
Overdrijf niet met water geven. Planten die te nat staan, wortelen oppervlakkig en zijn gevoeliger voor ziekten en plagen.
Met een gieter kan je heel nauwkeurig water geven, maar het is een gesjouw als de tuin ver van een kraan ligt.

Wat geef je water?

Jonge, pas geplante plantjes, zaailingen en zaaibedjes hebben elke dag water nodig en mogen niet uitdrogen. Giet deze plantjes met een zachte straal.
Bladgroenten als sla en spinazie hebben snel dorst. Ook kolen, pompoenen, tomaten en courgetten hebben graag een flinke slok. Geef ze minstens één keer per week water en bij warm weer vaker.