Titel
Buxusmot: Productinformatie gewasbeschermingsmiddelen
Geschreven op
Beschrijving
In de gecertificeerde biologische landbouw zijn op vlak van chemische middelen enkel deze op basis van spinosad of natuurlijke pyrethrines toegestaan.
Afbeelding
Overzicht van middelen en hun kenmerken
Het is een waslijst van gewasbeschermingsmiddelen die mogen gebruikt worden tegen rupsen op sierplanten in open lucht (zoals buxus) en dus ook tegen rupsen van de buxusmot. De benamingen klinken bijzonder ingewikkeld voor particulieren. Maar het is van belang om enige kennis hiervan te verwerven, enkel dan kan je deze middelen op een oordeelkundige manier toepassen, veilig voor jezelf en de omgeving.
Daarom staan deze middelen in onderstaande lijst gerangschikt volgens hun milieu-impact. De meest milieuvriendelijke middelen staan bovenaan. De middelen, actieve stoffen en handelsnamen die enkel voor professionelen zijn bestemd, worden aangeduid met een *. Deze middelen met een * zijn dus niet toegelaten voor gebruik door particulieren.
Hoe bepaal je het aantal bespuitingen per jaar?
Het aantal keer dat buxusstruiken kunnen behandeld worden tegen de buxusmotrups hangt af van de aanwezigheid van de rups. Observeren is dus belangrijk. Preventief spuiten met insecticiden heeft geen enkele zin. Hou er ook rekening mee dat de meeste insecticiden slechts twee- of driemaal per jaar mogen toegepast worden (zie bijsluiter product en oplijsting hieronder). Indien zich toch een extra behandeling opdringt, gebruik dan een insecticide met een actieve stof uit een andere resistentiegroep (zie IRAC/FRAC groepen hieronder). In het ideale geval wissel je af tussen insecticiden met een verschillende werking, zo beperk je ook de kans dat de rupsen resistent worden t.o.v. de gebruikte insecticiden.
Neem voorzorgsmaatregelen bij bestrijding ernstig
Ga je zelf aan de slag met bestrijdingsmiddelen, hou je dan aan de voorzorgsmaatregelen en vraag advies aan de leverancier. Deze producten zijn giftig en moeten oordeelkundig toegepast worden.
- Lees de gebruiksaanwijzing op het etiket.
- Gebruik de correcte dosis, niet meer en niet minder.
- Koop een product dat zich specifiek richt tot de plaag die je gaat bestrijden.
- Laat je niet verleiden om een product te kopen dat ook werkzaam is tegen plagen die je (nog) niet moet bestrijden.
- Spuit vroeg in de ochtend of laat in de avond, op een windluw moment.
- Hou rekening met de activiteit van bijen en andere bestuivers op het ogenblik van bespuiting.
- Hou kinderen en huisdieren uit de buurt en spuit niet op andere planten, zeker niet als ze in bloei staan.
- Zie je dat vogels vaak op de aangetaste struik zitten? Vermijd dan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of breng na de toepassing ervan tijdelijk een vogelwerend net aan.
- Draag beschermende kledij: masker, veiligheidsbril, handschoenen en een spuitpak
- Eet of drink niet tijdens het toepassen en vermijd lichamelijk contact met de spuitvloeistof.
- Reinig grondig alle recipiënten die in contact komen met het product en vermijd dat ze voor andere doeleinden gebruikt kunnen worden.
- Lees meer over gewasbescherming en toegelaten middelen voor particulieren op fytoweb.
Middelen op basis van Bacillus thuringiensis*
Bacillus thuringiensis is een bacterie die een gif (Bt of Bt-toxine) afscheidt dat bij insecten en hun larven, vooral rupsen, de darmwand aantast, waardoor het insect ophoudt met eten en na enkele dagen sterft. Het is dus een biologisch insecticide. Uit onze eigen proeven in 2018 besluiten we dat dit een waardig alternatief is voor chemische middelen in de strijd tegen de buxusmot.
Middelen met vervellingsverstorende werking (diacylhydrazines)*
(IRAC groep 18*)
Diacylhydrazines zijn chemische verbindingen die dienst doen als een vervellingshormoon waardoor de rups te vroeg vervelt en sterft.
Middelen op basis van spinosad
(IRAC groep 5)
Spinosad is een chemische stof die bekomen wordt uit het gistingsproces van bodembacteriën; het is een biologisch insecticide. Uit onze proeven van 2018 komt dit product als een efficiënt bestrijdingsmiddel naar voren.
Middelen op basis van oxadiazines*
(IRAC groep 22A*)
Oxadiazines zijn neurotoxines die inwerken op een vrij selectieve groep van rupsen, namelijk die van de meeste vlinders of schubvleugeligen, en op een aantal plantenzuigende insecten, waaronder cicaden.
Middelen met natuurlijke pyrethrines
(IRAC groep 3A)
Pyrethrines zijn neurotoxines afkomstig uit de olieklieren op de vruchten van een chrysantensoort uit Kenia, het gaat dus om natuurlijke stoffen. Deze presteerden tijdens onze proeven in 2018 minder efficiënt dan producten op basis van spinosad.
Middelen met synthetische pyrethrines of pyrethroïden
(IRAC groep 3A)
Pyrethroïden zijn synthetische insecticiden met een structuur verwant aan die van natuurlijke pyrethrines. Ze zijn wel krachtiger, langer werkzaam en dus toxischer dan natuurlijke pyrethrines. Ook deze producten presteerden tijdens onze proeven in 2018 minder efficiënt dan producten op basis van spinosad.
Combinatiemiddelen met een pyrethroïde en een carbamaat
(IRAC groep 3A + FRAC groep 3)
Pyrethroïden zijn synthetische insecticiden met een structuur verwant aan die van natuurlijke pyrethrines. Carbamaten zijn chemische verbindingen met een neurotoxische werking, voornamelijk tegen bladluizen. Deze presteerden tijdens onze proeven in 2018 minder efficiënt dan producten op basis van spinosad.
Combinatiemiddelen met een pyrethroïde/neonicotinoïde en een triazool
(IRAC groep 3A/4A + FRAC groep 3)
Pyrethroïden zijn synthetische insecticiden met een structuur verwant aan die van natuurlijke pyrethrines. Neonicotinoïden zijn een groep neuro-actieve insecticides die chemisch verwant zijn met nicotine. Triazolen zijn heterocyclische aromatische verbindingen met een schimmeldodende (fungicide) werking.
Middelen met een benzoylureumverbinding*
(IRAC groep 15*)
Benzoylureumverbindingen zijn chemische derivaten met een insecticidewerking. Ze blokkeren de chitineproductie in de insectenwand (insectengroeiregulatoren).
Middelen met neonicotinoïdes
(IRAC groep 4A)
Neonicotinoïden zijn een groep neuro-actieve insecticides die chemisch verwant zijn met nicotine.