Titel
Natuurlijke vijanden lokken
Beschrijving
Afbeelding
Van het optreden van ‘natuurlijke vijanden’ mag je niet alles verwachten. Bij een omvangrijke plaag kunnen ze de klus niet alleen klaren. Ondersteuning met natuurlijke milieuvriendelijke producten is te overwegen. Of je kan besluiten dat een goed gevoede slak positief bijdraagt aan de wintervetreserve van de merel of de egel.
Er is gelukkig 1 basisregel
Een goede schuilplaats speelt een cruciale rol in het lokken van ‘natuurlijke vijanden’. De mogelijkheden om dat te realiseren zijn zeer verscheiden en best haalbaar in een schooltuin: een dikke laag compost, een hoop stenen, een haag, lang gras, een vijvertje, een takkenwal. Door te zorgen voor een beetje van alles kan een tuin veel verschillende soorten nuttige beestjes herbergen. Dit is meteen een oproep om de schooltuin niet met stoffer en blik supernetjes te houden. De aanwezigheid van een goede schuilplaats lokt de natuurlijke vijanden die in jouw naam de strijd aangaan met bladluizen, slakken of vraatzuchtige kevers die het op de oogst gemunt hebben. Voor een goed begrip: een geit die zichzelf uitlaat, valt niet onder deze categorie.
Welke dieren kan je zoal herbergen in je tuin?
Bij de grotere soorten staan egels en vogels hoog op het verlanglijstje. De egel is al tevreden met een stapeltje hout en een hoopje bladeren en vogels kan je ’s winters voeren. Maar ook mollen, spitsmuizen en vleermuizen controleren het insectenbestand.
Kikkers, padden, salamanders, hagedissen of hazelwormen laten zich verleiden met een rommelhoekje van kiezels, stenen en stukken tegel of een stapelmuurtje. Insecten en kleien reptielen zullen er hun winterslaap houden of zich op een hete zomerdag terugtrekken in de koele schaduw tussen de stenen.
Het lieveheersbeestje (ongeacht het aantal stippen of de kleur) vreet bladluizen. Hun grijsblauwe larven met gele puntjes die lijken op minikrokodilletjes verorberen er nog meer. Laat daarom de eitjes gerust, ze zijn geel en staan rechtop in groepjes van 10-20 cm op een blad. Plastic pijpen met bamboestokken zijn in de winter het perfecte huis voor lieveheersbeestjes.
Zweefvliegen worden vaak verwisseld met wespen of zelfs bijen. Ze zijn inderdaad ook zwart met geel gestreept en zijn 7 tot 15 mm groot. Ze vliegen snel en geluidloos. Typisch is dat ze boven de plant kunnen stilhangen. Hun eitjes leggen ze middenin een kolonie bladluizen. Als de larven uitkomen, kunnen ze meteen hun buikje rond vreten. De volwassen zweefvliegen leven van nectar en stuifmeel, plant daarom bij voorkeur schermbloemige planten en fruitsoorten.
Gaasvliegen zijn slanke insecten met grote groene, fijn dooraderde vleugels, lange antennes en grote ogen met metaalachtige glas. Hun grijsgroene larven vreten alle insecten die ze op hun weg ontmoeten. Opgerold golfkarton in een stevige kartonnen koker is het ideale huis voor gaasvliegen.
Spinnen en andere kleine insecten vinden een schuilplaats tussen de schubben van dennenappels. Voorwaarde is dat de dennenappels op een droge plek staan, want in een vochtige omgeving sluiten de schubben zich. Stammetjes met gaten zijn uiteraard het geliefde onderkomen voor veel insecten. Een insectenhotel zou daarom in geen enkele schooltuin mogen ontbreken.