Titel
Opiniestuk: Van “Dagen minder wagen” naar “Jaren minder mobiliteit”?
Beschrijving
Afbeelding
In de maand juni daagt het Netwerk Duurzame Mobiliteit ons uit om op zoek te gaan naar alternatieven voor de auto om ons te verplaatsen. Ook heel wat leden en vrijwilligers van plattelandsvereniging Landelijke Gilden laten de auto deze maand bewust wat vaker staan en gebruiken meer duurzame alternatieven om zich te verplaatsen. Ondanks al onze goede intenties botsen we echter op heel wat barrières. Als belangenverdediger van het platteland kan Landelijke Gilden helaas niet anders dan vaststellen dat we nog heel wat werk hebben om die noodzakelijke transitie mogelijk te maken, zeker buiten de steden.
(Flex)busje komt zo?
Het besparingsbeleid van de Vlaamse overheid zorgde ervoor dat De Lijn de voorbije decennia steeds meer moest snoeien in haar aanbod en terugplooide op druk gebruikte, veelal stedelijke lijnen. De invoering van het decreet “basisbereikbaarheid” heeft deze trend nog verder versterkt en zorgt bij veel mensen die afhankelijk zijn van collectief vervoer voor het gevoel dat ze niet meer meetellen, en dat zich verplaatsen voor hen geen basisrecht meer is.
Het is uiteraard niet zinvol om (bijna) lege bussen te laten rondrijden. Onze Vlaamse overheid rekent op het “vervoer op maat” om de leemtes in het busnetwerk op te vangen. In theorie klinkt dat interessant, maar De Lijn is wel al gestart met het schrappen van lijnen zonder dat dit alternatief al beschikbaar is. Bovendien is het helemaal niet zeker dat ook in dunbevolktere gebieden, die vanzelfsprekend minder winstgevend zijn, spelers gevonden zullen worden die dit vervoer op maat kunnen en willen aanbieden.
De fiets als alternatief?
De laatste jaren maakt de (elektrische) fiets een enorme opmars ter vervanging van bus en auto. De fiets wordt beschouwd als het wondermiddel dat veel van onze mobiliteitsuitdagingen kan oplossen, en voor veel verplaatsingen is dat ook effectief zo. Toch lijken onze beleidsmakers te vergeten dat er ook heel wat groepen bestaan die zich niet (meer) met de fiets kunnen verplaatsen, waaronder mensen die minder mobiel zijn en ouderen.
De fiets is ook maar een haalbaar alternatief als de afstanden niet te groot zijn en de infrastructuur veilig en comfortabel uitgerust is. Minder dichtbevolkte gemeenten hebben echter minder middelen om die infrastructuur degelijk in te richten. De willekeur die veel steden en gemeenten dan ook nog eens hanteren bij de weginrichting, leidt tot onduidelijke en dus onveilige situaties. Landelijke Gilden vraagt de Vlaamse overheid dan ook om onze mobiliteit eerlijker en veiliger te maken:
- Hervorm het fietsvademecum tot een bindend kader dat gemeenten verplicht moeten naleven bij het inrichten van de openbare weg, en zorg voor middelen om dit waar te maken.
- Stop de besparingen op ons openbaar vervoer. Investeren in collectief vervoer is investeren in een mobiele en flexibele maatschappij waarin iedereen ten volle kan participeren en kansen krijgt op de arbeidsmarkt.
Mobiliteit van de toekomst?
In het licht van de klimaatverandering en om de verkeersveiligheid te verbeteren zijn we het aan onszelf en onze kinderen verplicht om onze verplaatsingen duurzamer te organiseren. De Vlaamse overheid bespaart helaas al jaren op het openbaar vervoer. Daarnaast legt ze een verplichte switch naar een volledig elektrisch wagenpark op. Wordt mobiliteit daarmee niet gereserveerd voor de happy few die fysiek fit genoeg zijn om te fietsen? Of voor zij die zich een dure elektrische wagen kunnen veroorloven of een gesubsidieerd exemplaar mogen gebruiken van hun werkgever? Dat is niet de maatschappij waarnaar Landelijke Gilden wil evolueren. We experimenteren dan ook graag mee met 30 dagen minder wagen, maar blijven (deze maand al fietsend) ijveren voor een eerlijke, haalbare transitie naar duurzame mobiliteit