Titel
Week van de biodiversiteit
Description
Image
Mimicry
Een ongevaarlijke vlieg die lijkt op een wesp, een bloem in de vorm van een insect, een eetbare plant die lijkt op een giftige soort. Dit is een leuk verschijnsel in de evolutie van planten of dieren. Gefopt! Bij mimicry lijkt een plant (of een dier) op een ander model zonder dat ze aan elkaar verwant hoeven te zijn. Denk aan de witte dovenetel en de brandnetel. Of aan de zwart-geelgestreepte insecten die toch niet allemaal een angel hebben om te steken. Er hangt een groot voordeel vast aan dat nabootsen. Het beschermt de nabootser tegen aanvallers of vraat. Of het helpt om bestuivers te lokken. Want in de natuur geldt: “Het hoogste doel is lang genoeg overleven om nakomelingen te produceren.”
In de schooltuin
Heb je bloemen in de schooltuin? Dan kan je op een zonnige dag op zoek gaan naar zweefvliegen. Deze insecten gebruiken de afschrikkende kleurencombinatie van hun stekelige collega’s (wespen), maar ze hebben zelf geen angel om zich te verdedigen. Door de wesp die wel steekt na te bootsen, hopen zweefvliegen langer te leven. Helaas ziet ‘de mens’ het verschil ook niet (altijd). Trouwens, sommige zweefvliegen zien eruit als een hommel...
In de klas
Nabootsing of camouflage? Wie niet gezien wil worden, kan best zo weinig mogelijk opvallen. Meestal door de kleur van de omgeving aan te nemen, zoals een groene rups op een groene plant. Camouflage is bedoeld om niet gezien te worden door een aanvaller of een prooi. Het is maar vanuit welk standpunt je het bekijkt. Een uil in een boom valt niet op voor de muis die onderaan de stam passeert. Een insect in de vorm van een bloem lokt argeloze prooien. Een vogel die broedt in het riet, loop je zelfs argeloos voorbij.