Zelf klonen maken

Het is niet altijd nodig om veel geld uit te geven aan nieuwe planten voor de tuin. Je kan zelf goedkoop planten vermeerderen. Een tuinliefhebber met een prachtige plant is wellicht vereerd als je om een scheutje vraagt.

Meer planten

Stekken is een manier om planten te vermeerderen op vegetatieve wijze, dus zonder dat er stampers, meeldraden, insecten, bessen of zaden aan te pas komen.

De techniek begint met een stukje plant, een jonge scheut, een verhout takje, een blad of een stukje wortel. Dit stukje wordt voorbereid om nieuwe wortels te maken. Dan is het kwestie van het stekje te verzorgen en te wachten tot de plant groot genoeg is om een plekje te geven in de tuin.

De ene plant laat zich makkelijker stekken dan de andere

Ook voor het type stek (wortel, blad, scheut) kan een plant een voorkeur of afkeer hebben. Maar niets belet om het eens te proberen in de klas. Een zelf geteelde plant schenkt bijzonder veel voldoening. Probeer steeds met een grote hoeveelheid stekmateriaal te werken. Ook al mislukt een en ander, er is misschien toch een plantje dat het redt.

Wanneer stekken?

Zomerstekken worden genomen in de maanden juni, juli en augustus. Maar zelfs in september kan het ook nog. Op die manier maak je een 'kloon' van de moederplant. De jonge plant heeft identiek dezelfde eigenschappen als de moederplant. Heel wat vaste planten en heesters zijn geschikt als zomerstek. Deze kruidachtige stekken wortelen erg snel, maar kunnen ook snel uitdrogen en afsterven als je ze niet in het oog kan houden.

Wat heb je nodig om te stekken?

Een scherpe snoeischaar en een plastic zak om de stekken te bewaren. Tenzij iemand stekken heeft meegebracht.
Een mes om de stekken nog wat bij te snijden.
Stekgrond (liefst van goede kwaliteit) en kleine potjes (vooraf gereinigd).
Een kweekkastje om de potjes in te zetten. Dit kan ook vervangen worden door per potje een zelfgemaakte miniserre te maken met plastic doorzichtige zakjes die met stokjes en elastiekjes op hun plaats gehouden worden. Een halve petfles met de dop bovenaan (voor de verluchting tussentijds) gaat ook prima. Een douchecap voldoet ook.

Werkwijze

• Kies een gezonde plant om stekjes van te nemen.
• Een goede stek is een niet bloeiende scheut (takje dat dit jaar gegroeid is, nog groen van kleur), die je op 15 cm onder de top mag afknippen.
• Bewaar de stekken korte tijd in een pastic zak tot je ze in de grond kan zetten.
• Snijd de stekken bij met een scherp mes net onder een bladoksel. De uiteindelijke stek is dan nog ongeveer 10 cm lang.
• Verwijder de onderste bladeren voor ongeveer de helft van de lengte van de stek.
• Vul een klein potje (bijv. 7 cm) met stekgrond en strijk de aarde glad. Maak met een potlood een gaatje en laat de stek erin zakken tot aan de onderste blaadjes, druk rondom voorzichtig aan met de vingers zodat de stek stevig rechtop staat. Je kan ook meerdere stekjes in grotere potten zetten. Plaats de stekjes dan niet in het midden van de pot maar rondom langsheen de rand. Zet ze een beetje dicht opeen, ze ondersteunen mekaar. Vaak wordt het gebruik van stekpoeder aangeraden, dan kan maar is geen absolute noodzaak.
• Geef de stekken water
• Zet de potten in een kweekkas of maak met de stokjes en de plastieken zak een tentje over het potje dat met een elastiek op zijn plaats gehouden wordt. Uiteraard zijn alle alternatieven die hetzelfde doel beogen (een warme en relatief vochtige omgeving vormen) even efficiënt.
• Geef de stekken regelmatig water, zodat ze niet uitdrogen. 
• Laat de stekken een keer per week luchten door de afdekking even we te halen.